Nieuwsbrief:

Historie per merk

 
Historie van ACE MOTORCYCLES
1912
1912: Oprichting Henderson Motorcycles
Bill Henderson, de bedenker achter de Henderson lijn motorfietsen, verliet het bedrijf dat hij stichtte in 1912 kort na 1917 nadat Ignaz Schwinn, ontwerper en fabrikant van de Excelsior motorfiets, het bedrijf overnam.

Fabriekspand toen:
Excelsior fabriek toen














Nu:
fabriekspand nu













1917: Oprichting ACE Motorcycles
Henderson ging verder met het ontwerpen van een andere machine met een vier cilinder motor met kettingaandrijving, gelijkend de eerdere Henderson ontwerpen, onder de naam ACE.

ACE Motorcycles fabriekspand nu
1922: ACE Motorcycles onder nieuwe directie
Toen Bill Henderson om het leven kwam bij een testrit in 1922 werd Arthur O. Lemon de nieuwe kapitein op het schip en nam de uitgezette koers die Henderson had achtergelaten over.

1922: Snelheidsrecord met ACE Motorcycles
De ACE was een populaire motor voor competitierijders in hill climbs en endurance races. In september van het jaar 1922 vestigde "Cannonball" Baker een nieuw transcontinentaal snelheidsrecord door met een duur van 6 dagen, 22 uur en zes minuten een afstand van 5365 km (Los Angeles-New York) af te leggen. 
Cannonball Baker
1924: ACE Motorcycles in financiële problemen
In 1924 kwam het bedrijf in financiële problemen. Gedurende een aantal jaren werd er nog wel productie gedraaid maar dan door Michigan Motors Corporation.

ACE Motorcycles endurance racer
1927: Rechten van ACE Motorcycles ontwerpen naar Indian Motorcycles
De rechten op de ACE ontwerpen werden door blijvende financiële problemen in 1927 verkocht aan Indian Motorcycles. Vier cilinder machines, gebaseerd op de reeds ontwikkelde modellen bleven in productie tot 1943.ACE Motorcycles X4
1934: Opnieuw snelheidsrecord met ACE Motorcycles.
In 1934 vestigde Red Wolverton een nieuw wereld snelheidsrecord met een snelheid van 208 km/h op een speciaal geprepareerde ACE.
ACE Motorcycles Red Wolverton record
1936: Mysterie Machine; een onbekend prototype.
Een pikant detail is een gevonden brief door een erfgenaam van Joe Stephan, die werkzaam was bij ACE Motorcycles. Deze brief, daterend uit 1936, was afkomstig van Everitt deLong en gericht aan dhr. Eitel, topfunctionaris bij ACE. De afgebeelde foto's zijn los bij de brief gevonden waardoor aannemelijk is dat het om een nieuw prototype gaat. In de brief heeft dhr. DeLong het erover dat hij in de finale stadium is en er reeds enkele mensen mee heeft laten proefrijden. "De verwachtingen zijn hoopvol. Verdere experimenten aangaande dit prototype zijn ook in de afrondingsfase maar door geldgebrek hebben deze nog even op zich laten wachten. Ik hou u en anderen op de hoogte van de ontwikkelingen." Wanneer men naar de foto's kijkt ziet men een scooterachtig model waar niets opmerkelijks vanaf straalt. Echter, in die tijd waren de motorfietsen niet voorzien van een dergelijke beplating. Qua vormgeving voor die tijd dus een ver vooruitstrevend model. En let even op de liggende foto's. Onder het blok is duidelijk iets te zien ven een aantal trommels. De overbrenging geschiedde door een dubbele snaar. Wat er van dit ontwerp terecht is gekomen is voor iedereen onduidelijk.

ACe Motorcycles Mystery




Ace motorcycles Mystery



Ace Motorcycles Mystery

Mystery motor briefbrief delongo

Brief Ace motorcycles




Een stukje historie: AERMACCHI in 1955 - Behoorlijk tegenvallend was de daaropvolgende creatie, de 250 cc twin (twee 125s gekoppeld) die gefabriceerd werd in 1953 en 54. In 1955 ontwierp Tonti een recordbreker. Er werd in die dagen al gebruik gemaakt van windtunnels en andere faciliteiten en technieken die men vanuit hun vliegtuigkennis ook in deze industrie toepasten. De vliegtuigproductie had men in die dagen meer naar de civiele sector laten glijden. De recordbreker werd aangedreven met dubbele-OHC motoren met een 48 cc en 75 cc capaciteit. Dit was een voorbeeld van de eerste -vliegende sigaren- die erg laag waren en bijna 3 meter lang. Het motorblok werd achter de bestuurder geplaatst. De achterwaarts geplaatste cilinders werden onder een hoek van 20 graden geplaatst. De overmaat nokken werden met een ketting aangedreven. Boring en slag waren 44,5 bij 43 mm voor de grotere en 40 mm bij 39 mm voor de kleinere cilinder. En met een compressieverhouding van 10:1 was het vermogen een dikke 9 pk bij 11.000 toeren voor de 75 cc en 7 pk bij 12.000 toeren voor de 48 cc - behoorlijk goede cijfers wanneer je je bedenkt dat dit zich afspeelde in 1955 waarbij de brandstof in die tijd ook nog niet van de kwaliteit was die we nu kennen. Het motorblok, die was uitgerust met een oliebad smering, lag in lijn met een vier-versnellingen schakelbak. De eindaandrijving geschiedde met een ketting. Het gewicht was 97 kilogram, de velgdiameter 18 inch.
© 2000 - 2025 Motoroccasion